De Wilde Kamp is een prachtig natuurgebied aan de zuidzijde van Garderen. Het is bovendien onderdeel van het Pad van Zus, een cultuurhistorische route, waar ik eerder over schreef. Het is eigendom van Geldersch Landschap en Kasteelen en op uw wandeling kunt u grafheuvels en eeuwen oude omwallingen zien. De natuur is een afspiegeling van de rijke geschiedenis van het gebied waarbij de eikenclusters herinneren aan grazende schaapskuddes.
De naam Wilde Kamp herinnert aan een middeleeuws boerenerf met landerijen dat eeuwen geleden verlaten werd en waar de natuur weer zijn gang kon gaan. We weten niet wanneer het erf verlaten is. Ook kennen we de oorspronkelijke naam niet. Alleen de resten van de voormalige omwalling herinneren aan dit eeuwen oude bezit. De Wilde Kamp lijkt wel wat op Boeschoten, tenminste voor wat betreft de omwalling, maar is veel kleiner. De Wilde Kamp is slechts 8 – 10 ha groot, terwijl Boeschoten ca 70 ha omvat. Deze middeleeuwse ontginningen hebben gemeen dat over de geschiedenis nog weinig bekend is. Wel heeft de RCE heeft hier samen met andere onderzoeksinstellingen onderzoek gedaan naar de eikenclusters. Tegelijk werd ook een greppel rondom de Wilde Kamp onderzocht. Wanneer over wallen wordt gesproken moeten we eraan denken dat deze vergezeld gingen van een of twee greppels. Op de wal stond bovendien veelal een dichte haag of hek die er voor moest zorgen dat het wild inderdaad werd geweerd.
De wallen de Wilde Kamp
Rond het erf en de landerijen lag ooit een wal die globaal is aangegeven op een kaart uit 1805. Parallel hieraan, maar meer naar binnen, ligt een tweede binnenwal. Ook zijn aan de oostzijde nog enkele walletjes die deze wallen met elkaar verbonden. Vermoedelijk lag tussen de binnenste en buitenste wal een smalle zone met heide en hakhout waar men vee liet rond liet lopen. Dit beeld herinnert sterk aan de situatie bij Boeschoten. De buitenste wal diende als grens- en wildwal. Deze wallen hadden tot doel om het bezit op de uitgestrekte heide te markeren en tevens het wild buiten te houden. De binnenste wal zorgde ervoor dat het vee en eventueel wild geweerd werd van de akkers. Op de kaart is aan de noordzijde nog een kleine akker zichtbaar, terwijl links daarvan een klein perceel is aangegeven dat mogelijk het voormalige erf van de boerderij is geweest. Dit is ook nog herkenbaar op sommige luchtfoto’s. Zoals gezegd weten we historisch weinig over deze boerderij. Het onderzoek van de RCE in een van de greppels heeft aangetoond dat deze in de twaalfde eeuw is aangelegd, terwijl een tweede greppel er vlak naast uit de zestiende eeuw dateert. Daarmee zijn de bijbehorende wallen ook gedateerd. Die waren immers opgeworpen met de bij de aanleg van de greppel vrijgekomen grond. Blijkbaar is het gebruik om wallen rondom de bezittingen aan te leggen al 800 jaar oud! Hopelijk zal ook op Boeschoten nog eens een dergelijk onderzoek plaats vinden. Eerlijk is eerlijk. Wanneer in de tekst sprake is van wallen moet u niet teleurgesteld zijn wanneer het vaak hooguit een halve meter hoge restanten zijn. De erosie heeft in de afgelopen eeuwen deze resten parten gespeeld. Soms is het echt zoeken naar de restanten.
Een boswal
Er zijn echter meer wallen die ieder met een eigen doel zijn aangelegd. Door alle historische kaarten en het Actueel Hoogtebestand te analyseren heb ik geprobeerd zoveel mogelijk wallen terug te vinden. Aan de oostzijde van de voormalige landerijen lagen in 1805 twee omwalde percelen. Deze wallen moesten de jonge boomaanplant beschermen tegen het wild en worden ook wel boswallen genoemd. Blijkbaar heeft men pas later de boompjes gepland aangezien het in 1832 nog in gebruik was als heide. Aan de zuidzijde ligt nog een walrestant. Hier was in 1850 nog geen sprake van bos en waarschijnlijk is deze dus later aangelegd
De betekenis van een tweede wal vlak naast en parallel aan de westelijke wal is onduidelijk. Het kan een oude weg zijn, een veedrift of een restant van een boswal uit een andere periode.
Een veedrift?
Een andere wal sluit weliswaar aan op de grenswal van het erf, maar lijkt hier niet bij te horen. Deze is mogelijk aangelegd om samen met de bestaande boswal een veedrift te vormen waarbij de schapen van de heide naar de boerderijen of schaapskooi werden gedreven.
Schapenverblijf of akkertje?
Misschien hangt ook een klein omwald terrein ten zuidoosten van de Wilde Kamp samen met de schapenteelt. Het kan een omwalde plek zijn geweest waar schapen konden overnachten of misschien een verlaten akkertje dat in ieder geval al in 1832 was verlaten.
De eigenaren
Zoals gezegd weten we erg weinig over de oorsprong van de Wilde Kamp. Duidelijk is dat het een middeleeuws erf was dat midden op de heide lag.
Rond 1800, maar mogelijk al veel eerder, was het voormalige erf en landerijen al verlaten en begroeid met heide. Misschien dat een klein akkertje aan de noordkant nog een restant is. Links daarvan is op de kaart van de Man een klein perceel te zien met een afwijkende arcering. Mogelijk dat dit de plaats van de boerderij was. Ook op luchtfoto’s tekent deze locatie zich nog af. In ieder geval waren de voormalige landerijen inmiddels in bezit van de onderwijzer R. van Putten uit Wencop (de linkerhelft) en de landbouwer Heimen Evertse Blanken uit Voorthuizen (rechterhelft). Aangezien de heide rondom hoofdzakelijk in bezit was van het Maalschap mogen we veronderstellen dat deze families al langer deze percelen in bezit hadden. Anders zouden ze immers van de maalschap zijn geweest.
Waarom werden de akkers weer heide?
Hierover kunnen we alleen speculeren. Was het bedrijf te klein om rendabel te zijn? Was het de geïsoleerde ligging op de heide? Droogde de onmisbare waterput misschien op, die men met moeite had gegraven (die van Boeschoten was 7 meter diep en die van Garderen zelfs 25 meter). Voorlopig meer vragen dan antwoorden.
Tot slot wanneer u een bezoek aan de Wilde Kamp wilt brengen kunt bij de VVV in Garderen het boekje Cultuurhistorische route Garderen-Bergsham kopen met een beschrijving van de 12 kilometer lange route (bewegwijzerd met paarse bordjes met een witte wandelaar). Om alleen de Wilden Kamp te bezoeken kunt u de auto bij Hotel Overbosch parkeren. Vervolgens recht de Hogesteeg oversteken en de paarse bordjes volgen. Wanneer u weer bij de Hogesteeg uitkomt kunt u rechtsaf naar Hotel Overbosch of de bordjes blijven volgen en de gehele route van het Pad van Zus lopen (ca. 12 kilometer). Veel plezier.