Aardewerk uit de Midden Bronstijd in Wageningen

RA3132_GAGE3.indd
Reconstructie tekening van het gevonden aardewerk en foto van de veronderstelde kookpot een grote scherf (afb. Zielman 2016 RAAP)

Voor het eerst zijn in Wageningen scherven van de Hilversumcultuur (1900-1600 v. Chr.)gevonden. Deze vondsten worden beschreven in een rapport van de firma RAAP Oost. Zij deden in 2015 onderzoek aan de Geertjesweg in opdracht van de Gasunie. Naast enkele scherven uit de ijzertijd en middeleeuwen was de belangrijkste vondst een kuil met aardewerk van de Hilversumcultuur. Het is de eerste vondst van aardewerk van deze cultuur in Wageningen.Op dat moment stond de piramide van Cheops al honderden jaren in Egypte en moest Toetanchamon nog worden geboren. Op Kreta was het paleis van Knossos gebouwd en dichterbij Stonehenge. In Nederland werd, door gebrek aan natuursteen, vooral gebouwd met vergankelijke hout. Er zijn geen indrukwekkende stenen monumenten nagelaten maar wel resten van een bijzondere geschiedenis.

Tijdens het onderzoek door RAAP werd een kuil aangetroffen met daarin scherven van een drietal potten. Een kleinere pot had een inhoud van 1,5 liter en was 18 cm hoog. Deze heeft tussen de rand en een wat lagere aangebrachte stafband met nagelindrukken de voor dit aardewerk kenmerkende versiering van bundels van telkens vier verticale touwindrukken. Van een tweede pot werden zes scherven gevonden met een gereconstrueerde rand diameter van 28 cm. De onderzoekers gaan uit van een kookpot en een voorraadpot. Zij veronderstellen dat deze vondst wijst op een nederzetting in de onmiddellijke omgeving. Door een C14 datering van een graankorrel weten we dat de aar, waar in de graankorrel zat, tussen 1880 – 1662 voor Christus is geoogst.

IMGP0803
Grafheuvels aan de Ritzema Boschweg (foto P. Schut)

Het aantal vindplaatsen uit de vroege en midden bronstijd in Wageningen is nog klein.  Wel zijn enkele grafheuvels bekend uit deze periode. Enkele jaren geleden werden tijdens een onderzoek in de Nude ook resten gevonden uit de midden bronstijd.  Ook de vondst van enkele bronzen voorwerpen waaronder een bijl en de onlangs gevonden dolk kunnen in de vroege of  midden bronstijd worden geplaatst.

Het zijn allemaal aanwijzingen voor de aanwezigheid van boeren emmertarwe en gerst verbouwden. Hiervan zijn in Wageningen verkoolde graankorrels teruggevonden. Misschien aten ze ook de vruchten van de sleedoorn waarvan eveneens resten in de kuil zijn gevonden. Dat men ook vee hield blijkt uit de vondst van enkele kleine stukjes verbrand bot. Jammer genoeg waren ze te klein om vast te stellen van welke soort zij waren. Hoe moeten we ons dit landschap eigenlijk voorstellen? Tegen de hellingen van de stuwwal zal een afwisseling van heidevelden  en loofbomen te vinden zijn geweest. Daartussen waren akkertjes aangelegd in de buurt van de boerderij. Wanneer de akkers na enkele jaren verlaten werden, was het de heide die zich ontwikkelde op de schrale grond. Hoeveel boerderijen er waren is niet bekend, maar we moeten in Wageningen denken aan hooguit enkele erven waar in totaal misschien 15 – 30 mensen woonden.